De nieuwe grasmachine van Volkstuinvereniging Het Hoge Land. Aangeschaft met het geld van fietstocht Epe Voor Epe. Foto: Dennis Dekker (Foto: )
Epe – Het zijn senioren die klein wonen maar toch nog graag een tuintje willen bijhouden. Het zijn nieuwkomers in Nederland die liever hun eigen groente en fruit verbouwen dan dat ze dit in de supermarkt te kopen. Tuinieren is al jaren de hobby van velen, maar het hebben van een volkstuin is ‘pas echt hip’. Zo’n 42 personen onderhouden een volkstuintje op het terrein dat de volkstuinvereniging Het Hoge Land huurt van de gemeente Epe. Dat terrein van 1,3 hectare ligt pal achter de Tongerenseweg en is ingeklemd tussen de Schotweg en de Kolthovenweg. “Wil je weten hoe hier echt aan toe gaat? Kom eens kijken tijdens onze open dag op 15 juni. Van 10.00 tot 16.00 uur is iedereen van harte welkom”, aldus een aantal inspirerende huurders van een volkstuintje.
(door Dennis Dekker)
Maar denk nu niet dat het allemaal simpel is. Of dat je er maar weinig aan hoeft te doen. Want dat vooroordeel is zeker niet waar. Een tuin kost tijd, weten de tuinders te vertellen. Anton Scholten, Henk Remmerts, Henk van Essen en Kees Schaap zijn zo maar enkele fanatieke tuinders. Zo maar enkele heren die lid zijn van de Volkstuinvereniging Het Hoge Land. Ze leiden ons rond.
Allen zijn zeer enthousiast over hun hobby. “Proef die eigen verbouwde groente en vergelijk dat met de groente uit de winkel. Het is een wereld van verschil”, vinden de heren. Het tuinieren gebeurt biologisch, overigens. “We spuiten hier geen gif. We gebruiken alternatieve middelen.” Dan gaat er best wel eens wat mis. Van wijlen Klazien uit Zalk, had één van hen bijvoorbeeld eens gelezen dat je ongedierte uit je tuinbonen haalt door water met groene zeep en een dopje brandspiritus te mengen. “Ik denk echter dat ik te veel spiritus gebruikt heb. Mijn tuinbonen waren compleet verbrand.” Waar je ook kijkt, de ene tuin is de andere niet. Ze zien er stuk voor stuk prachtig uit. Je komt een bloementuin tegen met gladiolen en chrysanten. Je ziet aardbeien, sla en prei. Maar ook raapstelen, boontjes, wortelen en aardappelen groeien er als kool. De diverse lijst is schier oneindig, de gewassen mooi als waren het fata morgana’s. En overal wordt er duchtig onkruid geschoffeld.
Want als iemand een paar weken niet komt, dan staat dat onkruid ineens hoog. “Je houdt elkaar in de gaten.” Nee, alles is perfect voor elkaar bij de Volkstuinvereniging Het Hoge Land. Her en der zijn waterpunten geplaatst, waarmee de tuintjes besproeid kunnen worden. Velen hebben een waterton op hun perceeltje staan, zodat ze met de hand kunnen bewateren. Tuinieren is een kunst, dat blijkt wel. “Ik kan hier uren doorbrengen. Niet alleen vanwege het gewroet in de aarde. Maar ook om al dat andere moois. De buizerds die in de lucht zweven, het uilennest aan de zijkant van het terrein, de woelmuisjes die ’s ochtends over de grond trippelen. Je zit hier toch als God in Frankrijk?” Zelfs die bui op z’n tijd is prachtig. “Dat noemen we het zaad dat van boven komt.”